Opbouw van de tool
De rekentool kent een onderverdeling in 4 typen items:
- Betonmengsels worden beheerd in het onderdeel ”Betonmengsels”
- Prefab producten worden beheerd in het onderdeel “Prefab”
- In het onderdeel “t/m Bouwplaats” kunnen betonmengsels of prefab producten worden samengevoegd met materialen en processen die plaatsvinden op de bouwplaats. Ook het transport naar de bouwplaats wordt in dit onderdeel gespecificeerd.
- Het onderdeel “Gebouwdelen” is bedoeld om complexe producten of gebouwdelen door te kunnen rekenen. Hier kunnen verschillende betonmengsels, prefabproducten of bouwplaatsactiviteiten met elkaar worden gecombineerd.
In het onderdeel “Milieuprofielen” kunt u de milieuprofielen van materialen en processen bekijken. De contactpersoon van een bedrijf ziet welke actieve en niet-actieve accounts er zijn en kan een account toevoegen door te klikken op zijn/haar bedrijf onder de tab "Mijn account".
Workflow
De workflow voor het samenstellen van items is als volgt:
- Maak betonmengsels aan in het onderdeel “Betonmengsels”.
- Maak prefab elementen aan door een betonmengsel te combineren met wapening, energie en andere materialen.
- Onder t/m Bouwplaats kunt u een betonmengsel of prefab element combineren met processen op de bouwplaats.
- Om complexere gebouwdelen door te rekenen kunnen in het onderdeel “Gebouwdelen” betonmengsels, prefab elementen en t/m bouwplaats combineren.
- Voor het berekenen van een milieuprofiel van een item klikt u op "Bereken impact".
- Voor het berekenen van het milieuprofiel van een gebouwdeel moet eerst het milieuprofiel van elk van de gecombineerde items worden uitgerekend.
Per product kan additionele productinformatie worden vastgelegd, bijvoorbeeld een Product Flow Diagram.
Naast de standaard weergave kan voor elk item een rapport en een compacte weergave worden opgevraagd. De rapport weergave bevat alle details over samenstelling van het product en uitkomsten van de berekening. Het rapport kan worden voorgelegd aan een reviewer. De compacte weergave bevat vrijwel geen details van het product maar wel de uitkomsten van de berekening.
Beschrijvingen & afbeeldingen
Per onderdeel (betonmengsel, prefab en bouwplaats) kunt u een beschrijving toevoegen. Leg hier de gegevens in de berekeningen en de gebruikte bronnen vast. Ook kan per onderdeel een afbeelding worden gekoppeld. Wanneer u een onderdeel doorrekent dan verschijnt de informatie en de afbeelding op de uitgebreide weergave van de output”. Deze weergave is daarmee geschikt om ter toetsing te worden aangeboden aan een LCA deskundige.
Productieafval
Van alle componenten kan een percentage productieafval worden opgegeven. Voor betonmengsels en prefab elementen wordt het productieafval toegerekend aan fase A3, voor bouwplaatsprocessen aan fase A5. Productieafval leidt in de meeste gevallen ook tot een naar verhouding grotere hoeveelheid van de gebruikte component, m.a.w. als 300kg bindmiddel wordt opgevoerd met 1% productieafval zal de milieubelasting worden doorgerekend op basis van 303kg.
Einde levenscyclus
Een groot aantal materialen (hout, kunssttof, metaal) kent een forfaitaire toerekening van afvalstromen (stort, verbranden of recycling) en hergebruik. De rekentool berekent het milieuprofiel van de afvalverwerking aan het einde van de levenscyclus.
Voor beton wordt een forfaitair scenario's voor "breken beton" automatisch aan het item toegevoegd.
Module D voor beton is een verrekening van het zogenaamde "grondstoffenequivalent" in de Bepalingsmethode 3.0. Dit is het milieuprofiel van het primaire materiaal dat door betongranulaat (verkregen door verwerking van betonpuin) wordt uitgespaard omdat ze technisch gezien gelijkwaardig zijn. In de Nederlandse wegenbouwpraktijk is dat een zand-cementstabilisatie. Op basis van beschikbare onderzoeksrapporten, gaat Betonhuis voor het cementdeel in de zand-cementstabilisatie voorzichtigheidshalve uit van 3 % van het bindmiddel dat in module A wordt gebruikt bij de productie van beton. Betonhuis beschouwt dit grondstoffenequivalent als de meest realistische benadering voor module D van beton. Naast het grondstoffenequivalent zand-cementstabilisatie (standaard in versie 5.0 van de tool) is ook het grondstoffenequivalent grind opgenomen. Dit laatste grondstoffenequivalent kan rekenen op goedkeuring bij een externe review van het berekende milieuprofiel en is in versie 5.1 van de tool daarom als standaard ingesteld. Andere keuzes voor module D kunnen leiden tot afwijkende resultaten in het milieuprofiel van beton.
In de tool is de berekening van module D voor beton gebaseerd op het huidige praktijkscenario:
1. 95 % toepassing als betongranulaat in wegfunderingen
2. 4 % vervanging als grind in nieuw beton
3. 1 % stort.
Bij de toepassing in wegfunderingen kan de keuze worden gemaakt voor vervanging van een zand-cement stabilisatie of vervanging van grind.
Het is ook mogelijk om het automatisch toerekenen van C2-C4/D uit te schakelen.
U kunt optioneel "default slopen beton" toevoegen. Dit is een relatief zwaar proces, gebaseerd op het zorgvuldig slopen van een product met veel wapening zoals een kunstwerk. Als "default slopen beton" is toegevoegd aan het item wordt uitsluitend de massa van het beton vervoerd naar en verwerkt in het breekproces. In alle andere gevallen wordt gerekend met de volledige massa van het item in het breekproces.
In de nabije toekomst zullen meer scenario's voor afval & hergebruik worden opgenomen.
Delen
Indien ingesteld voor het bedrijf kunnen collega ontwikkelaars binnen het bedrijf elkaars items en componenten inzien en hergebruiken.